; ;
Dagboek

Dag 11: Revolutionaire architectuur?

Pianiste in het Palacio de Valle in Cienfuegos, in 1917 in moorse stijl als huis gebouwd en nu een restaurant. Zij leek zelf ook een icoon van voor de revolutie.
Cienfuegos is de laatste grote stad die we aandoen voor Havana. Het maakt een modernere indruk dan de vorige steden, maar ook hier weer stelen de gebouwen de show die van voor de revolutie dateren. In het Palacio de Valle zat zelfs een pianiste te spelen op een manier die aan cabaret van het interbellum deed denken. Vreemd eigenlijk. De revolutie is al ruim 45 jaar oud, en heeft de Cubaanse maatschappij ingrijpend veranderd aan de hand van een allesomvattende visie op de maatschappij, maar op het gebied van architectuur is dat niet te merken. Geen grote overheidsgebouwen die ontworpen zijn met de principes van de revolutie in het achterhoofd, zoals je die in vrijwel alle totalitaire staten aantreft. En dat terwijl een van Fidel's persoonlijk secretarissen een architecte was. Of is de Plaza de Revolution de uitdrukking van Fidel's ultieme stadsvisie?
Nieuwe flats in een buitenwijk van Havana. Van afstand zien deze er vrolijk uit, maar van dichtbij zijn het typische "oostblok-flats".
Wel vind je de troosteloze woonwijken met karakteristieke, goedkoop neergeplempte gebouwen die we in Europa kennen als "oostblok-flats". Deze vervangen de pre-revolutie-woningen die door ontbrekend onderhoud ineen gestort zijn, en verlichten de woningnood die ontstaan is door afwezigheid van doordachte stadsplanning. Het kan te maken hebben met de schaarste aan bouwmaterialen, hoewel dat vergelijkbare regimes nooit heeft kunnen weerhouden. Er zijn een aantal cementfabrieken op Cuba, maar desondanks is cement erg duur. Veel huizen die door de orkaan Mitchel enkele jaren geleden zijn verwoest, moeten nog steeds herbouwd worden, volgens onze gids door gebrek aan materiaal. Maar "gebrek aan" is een bekend verschijnsel in Cuba.